Olijfboom: boom der bomen

Olijfbomen hebben een mythische status. Niet alleen omwille van de fantastische vruchten die ze voldragen, maar ook omwille van hun historisch-cultureel belang en nut voor ons ecosysteem. Behalve een rijke geschiedenis ligt er een even boeiende toekomst voor de olijfboom in het verschiet.

Er was eens een olijfboom

Het bestaan ​​van de olijfboom gaat volgens archeologische vondsten terug tot het twaalfde millennium voor Christus in het gebied dat we vandaag kennen als Syrië. Aanvankelijk zou de wilde olijfboom ontstaan zijn ​​in Klein-Azië, waar hij weelderig aangroeide in dicht beboste gebieden. Die Arabische roots zitten trouwens ook vervat in olijfgerelateerde Spaanse en Portugese benamingen. Denk maar aan het Spaanse aceituna (olijf), aceite (olie) en acebuche (wilde olijfboom) of het Portugese azeitona (olijf) en azeite (olie). Vanuit het Oosten lijkt de boom zich eerst verspreid te hebben naar Griekenland. Omdat olijfbomen sindsdien zo verweven zijn met het Middellandse Zeegebied zijn er ook heel wat wetenschappers die de oorsprong van de boom in Griekenland zelf situeren, maar pas vanaf het vierde millennium voor Christus.

Romeinse krachttoer

Dat de teelt van olijven een serieuze economische vlucht nam in de vierde eeuw voor Christus blijkt uit het decreet dat Koning Solomon uitvaardigde om het cultiveren en gebruik van olijfbomen te regulariseren. Bovendien wordt olijfolie al sinds oudsher gebruikt in religieuze ceremonies zoals dooprituelen. Toch zou het lucratieve telen van olijven het Italiaanse vasteland al bereikt hebben in de 7de eeuw voor Christus. Volgens de Italiaanse ontdekkingsreiziger Penestrello (1395-1457) nam de teelt eerst een aanvang in het zuidelijke Calabrië om zo op te klimmen naar het hoger gelegen Noorden, in de streek rond Ligurië. Het wekt geen verbazing dat vooral de Romeinen er als bezetters in geslaagd zijn om hun teelt te ontwikkelen in de gebieden die door hen bezet werden. Van de berbers in Noord-Afrika leerden ze wilde olijven enten, een kennis die later handig van pas kwam toen ze een nederzetting wilden vestigen bij het veroveren van een nieuw gebied. In het oude Rome werd een olijftak symbolisch gebruikt om aan te geven dat een leger om vrede smeekte.

Boom zonder grenzen

Met de ontdekking van Amerika (1492) verspreidde de olijventeelt zich buiten het mediterraanse zeegebied. De eerste olijfbomen werden van Sevilla via West-Indië naar het Amerikaanse continent getransporteerd. Rond 1560 werden olijfgaarden gecultiveerd in Mexico, Peru, Californië, Chili en later in Argentinië, waar een authentieke Arauco-boom die destijds mee aan wal is gebracht nog altijd overleeft. Tegenwoordig bestaan er meer dan 80 verschillende variëteiten aan olijfbomen. Zolang er een warm klimaat heerst en een goed doorlatende bodem is, kan de olijfboom gedijen in behoorlijk barre weersomstandigheden. Van Zuid-Afrika over Australië tot zelfs Japan en China vinden we ze. Veel bomen die vandaag extra vierge olijfolie leveren zijn doorgaans oud – 3000 jaar is geen uitzondering – en waardevol. Zelfs wanneer hun takken en stam worden gekapt, zijn deze bomen in staat om zichzelf te regenereren dankzij hun krachtige wortelstelsel.

Natuurlijke winst

Een olijfboom is een levend organisme met een specifieke genetica die heel wat voordelen voor mens, dier en natuur met zich meebrengt. Zo zijn er in het verleden al specifiek olijfgaarden aangeplant om landbouwgrond te beschermen tegen droogte en bosbranden. Omdat het winterharde bladplanten zijn die vocht vasthouden en weinig water nodig hebben, werpen olijfbomen namelijk een natuurlijke barrière op tegen vuur. Helaas wordt soms het omgekeerde scenario realiteit waarbij gaarden volledig vernietigd worden. De ene keer om een schadelijke schimmel uit te roeien, zoals de uit Amerika overgekomen Xyella Fastidiosa, een andere keer omdat de kosten van een olijfgaard sommige boeren boven het hoofd groeien. Een olijfgaard is een fikse investering in middelen en tijd: je moet een flinke plot land voorzien en de bomen moeten op een bepaalde afstand van elkaar geplant worden. Daarnaast dragen ze pas na vijf jaar vruchten (waarbij elke tak slechts één keer dienst doet als drager). Moegetergde olijftelers trachten daarom een deel van hun bomen te verkopen als sierteelt. Toch kan je de winst van een olijfboom voor onze planeet en gezondheid moeilijk onderschatten. Als middel tegen de opwarming van de aarde hebben olijfbomen een positieve koolstofbalans: zo halen ze meer CO2 uit de atmosfeer dan er wordt uitgestoten tijdens het productieproces van olijfolie. Op die manier wordt een ecologische olijventeelt een belangrijk wapen in de strijd tegen klimaatopwarming.

Adopteer een olijfboom van Casa Astrid

Aangezien olijven aan bomen groeien op vijf continenten en naast een symbolische, historische, culturele ook een economische functie vervullen qua werkgelegenheid voor plattelandsgemeenschappen en kleinschalige landbouwbedrijven, is het cruciaal om de olijfboom als soort in leven te houden. Geen betere manier om je steentje bij te dragen dan een olijfboom te adopteren via Casa Astrid en die als cadeau aan jezelf, je geliefde, familielid, vriend, … te schenken. Als kersverse adoptieouder geniet je namelijk drie jaar op rij van versgeperste premium extra vierge olijfolie. Casa Astrid zorgt daarbij geregeld voor foto’s van de olijfboom, door de seizoenen en oogst heen zodat je de ontwikkeling van vrucht tot eindproduct op de eerste rij kunt meevolgen.

Investeer vandaag nog in een olijfboom en verzeker je zo van eigen versgeperste extra vierge olijfolie.